Samen op weg naar een mooie duurzame toekomst
In een veerkrachtig Mol en Balen

Mobiliteit


Thema Mobiliteit

Hoe met minder auto meer levenskwaliteit bereiken

Waarom?

Levenskwaliteit: minder CO2 uitstoot (klimaat), minder ppm (= fijn stof zoals roet,…) vervuiling (gezondheid: vb. astma), vermindering lage hangende ozonconcentraties (gezondheid: ademhalingsproblemen),…

Hoe?

Het mobiliteitsdecreet vertrekt van het STOP-principe: eerst de stappers, dan de trappers, vervolgens het openbaar vervoer en tot slot het gemotoriseerd personenvervoer.

  • Trage wegen
  • Meer op de fiets
  • Autodelen
  • Elektrische auto’s - oplaadpunten
  • Openbaar vervoer
  • Nieuwe ‘duurzame’ perspectieven van stedenbouw en mobiliteit
  • Autoverbruik terugdringen

Enkele ideeën:

Meer op de fiets:

  • Meer inwoners op de fiets zorgt voor minder autoverkeer en vermindert dus ook de problemen die met druk verkeer gepaard gaan zoals luchtvervuiling door fijn stof en verzurende uitlaatgassen, geluidshinder, ongevallen, kinderen die niet buiten kunnen spelen,... Het gaat om veel meer dan enkel een slechtere bereikbaarheid door toenemende files. Bovendien is verkeersleefbaarheid een topprioriteit voor de Vlaming, zeker op gemeentelijk niveau. Ten slotte bespaart de gemeente ook geld. Een autoparkeerplaats kan jaarlijks tot 1.500 euro kosten voor dezelfde prijs kan je tien fietsen stallen.

  • Zorg voor een goede ‘doorwaadbaarheid’ voor voetgangers en fietsers, met brede voetpaden, doorsteekjes voor voetgangers, veilige fietsverbindingen, goede oversteekmogelijkheden, enkel richting straten voor het autoverkeer waar fietsers tegen de richting mogen rijden, …

  • In verbindingsstraten met veel verkeer en snelheden van meer dan 30 km/u zijn veilige en goede fietspaden belangrijk om fietsers niet te ontmoedigen. Zorg voor voldoende, comfortabele en diefstalveilige fietsenstallingen.

    Voorbeeld: Meer fietsers begint bij betere fietsinfrastructuur. Zo verminderde Mortsel het aantal auto’s drastisch door onder andere nieuwe fietspaden, bewegwijzering voor fietsers en een slimmewegenkaart in samenwerking met buurgemeenten. De stad geeft zelf het goede voorbeeld door het voorzien van dienstfietsen, douches en fietsenstallingen voor het stadspersoneel.

  • Fietsautostrades: vb. in London willen ze heus werk maken van echte ‘fietssnelwegen’.

Trage wegen:

  • Werken aan een fijnmazig en multifunctioneel net van trage wegen (buurt- en voetwegen), die zowel gebruikt kunnen worden voor jongeren als veilige fietsroutes naar school, door ouderen om naar de bakker te wandelen, voor recreatieve wandel- en fietstochtjes, …

Lage emissiezones:

  • Door in het hart van de stad of gemeente het verkeer te weren of te beperken, worden onze stads- en dorpskernen opnieuw aangename plekken om te vertoeven, te wonen en te werken. Dat kan gecombineerd worden met de invoering van een lage emissie zone of milieuzone, waarbij oude en vervuilende wagens en vrachtwagens worden geweerd. Uit voorbeeldsteden in het buitenland blijkt dat dit een heel positief effect heeft op de luchtkwaliteit en de gezondheid van de inwoners.

  • Richt een autovrij centrumgebied in, voorzie ruimte voor terrasjes, speelruimte voor kinderen, rustplaatsen voor ouderen, veel groen, … Zo ontstaat een levendig en leefbaar centrum. Combineer dit met een lage emissie zone, zodat de luchtkwaliteit er verder op vooruit gaat.

Beperking aantal parkeerplaatsen:

  • Beperk het aantal parkeerplaatsen in de gemeente en voer een oplopend tarief in: hoe dichter in het centrum gelegen, hoe hoger de parkeertarieven. Om bewoners in het centrum niet te benadelen, kan dat best gecombineerd worden met een systeem van bewonersparkeren. Voorzie aanvullend parkings aan de rand van de stad of gemeente, van waaruit vlotte verbindingen voorzien worden met het openbaar vervoer of (huur)fietsen. Bij de ontwikkeling van nieuwe wijken of bouwprojecten is een autodeelplaats de standaard en voorzie op termijn maximaal 1 parkeerplaats per 2 woningen.

Auto delen:

  • Het autodelen via cambio is meestal voorbehouden voor grotere steden. Maar ook een kleine gemeente kan aan autodelen doen door particulier autodelen te ondersteunen of het gemeentelijk wagenpark te delen op momenten dat het personeel de dienstwagens niet nodig heeft of bedrijven aanzetten hun ‘bedrijfswagens’ beter te benutten.

  • Beperken van lege plaatsen in de auto. Zet een promotiecampagne op voor carpoolen, zowel voor particulieren, openbare diensten als voor bedrijvenzones of scholen.

Openbaarvervoer:

  • Zet maximaal in op openbaar vervoer: vb. samen met de openbaarvervoersmaatschappijen voor een attractief netwerk van goed uitgeruste toegankelijke haltes, geef voorrang aan een goede doorstroming van het openbaar vervoer (verkeerslichtenbeïnvloeding belangrijke kruispunten, vrije bus- en trambeddingen,...) en zet een derdebetalersysteem op, waarbij de gemeente tussenkomt in de prijs van abonnementen van inwoners of bepaalde doelgroepen.

  • Zorg ervoor dat aan knooppunten van openbaar vervoer zoals het station voldoende fietsenstallingen aanwezig zijn, liefst gecombineerd met voorzieningen zoals fietspunten of blue bikes.